30 december 2011

2011...top of flop?

Beide! Het lijkt wel of 2011 voor mij alleen maar uit hoogte- en dieptepunten heeft bestaan. En één woord zit als een rode draad in het jaar verweven…schrijven. Dat heb ik  echt wel heel veel uren gedaan, vooral aan de roman die Sylvia Beugelsdijk en ik samen schreven. Dit ging een beetje ten koste van de andere schrijfactiviteiten.

2011 begon goed. Ik mocht in Venray opnieuw een schrijfprijs voor het beste verhaal van de Raadselige Roos wedstrijd in ontvangst nemen. Een hele eer om voor honderden mensen het winnende verhaal voor te mogen lezen.


De eerste maanden van het jaar hadden Sylvia en ik een heuse deadline voor ons boek . We kregen het manuscript op tijd af, maar de prijs was, in ieder geval voor mij, even te hoog. Door het vele schrijven, zowel op het werk waar rapporteren één van mijn hoofdtaken is als thuis, belastte ik mijn nekgebied te zwaar. Op 16 maart stortte ik in, nota bene in een ziekenhuis waar ik voor mijn schoonmoeder was. Ik kon mijn hoofd letterlijk niet meer rechtop houden. Volledig de ziektewet in dus. Collega’s waren zorgzaam en benadrukten vooral dat ik goed voor mezelf moest zorgen, vrienden zorgden ervoor dat ik niet vereenzaamde op de bank en mijn gezinsleden deden wat ze konden om me te ontlasten. Alleen Chico leefde helemaal op, wat geweldig om het baasje de hele dag thuis te hebben! Gelukkig herstelde ik in een maand of drie weer volledig, zodat ik ook mee kon naar een écht hoogtepunt dit jaar: de bruiloft in Amerika van onze neef Marc met Samantha. Het was één grote happening en natuurlijk geweldig om weer een paar weken met mijn zus Marion door te brengen.
Inmiddels wisten we dat ons boek niet mee kon doen aan de wedstrijd, omdat het niet aansloot bij de doelgroep. Daarop hebben we de eerste bladzijdes van Passie en Piemelbloemen op Ten Pages gezet, zodat het ontdekt kon worden door aandeelhouders. Wat was het spannend om te doen en wat checkten Sylvia en ik vaak óf er weer wat verkocht werd! We mochten absoluut niet klagen over de aandelenverkoop. Uit alle windstreken van Nederland, België en zelfs Amerika, kwamen enthousiaste reacties en eind augustus was het dan ook al zover: we hadden meer dan 200 aandeelhouders die bij elkaar de benodigde 10.000 euro geïnvesteerd hadden. Jos, Sylvia en ik hebben zó hard gegild toen we ontdekten dat het doel behaald was, dat het in Roermond nog te horen moet zijn geweest! Tot onze grote verrassing, bleek er al langere tijd een geïnteresseerde uitgeefster, Mooi Media, en zij wilden ons boek heel graag in hun fonds hebben! Opnieuw volgden ook wel weer drukke maanden, we moesten nog het een en ander redigeren en wilden natuurlijk zo mooi mogelijk aanleveren. Een nieuw hoogtepunt beleefden we op 30 september, de dag waarop we onze contracten met Eva de Visser van Ten Pages en Eline de Visser (nee, geen familie!) van Uitgeverij Mooi Media mochten tekenen. Op een zonovergoten terras vergaten we snel onze dieptepunt treinreis (nou ja, gedeeltelijk-trein-reis want er was geen treinverkeer mogelijk tussen Helmond en Deurne) en we bezegelden de contracten met het kopen van twee prachtige armbanden. Twee trouwe fans stuurden ons een chocoladetelegram, wat ook wel als een hoogtepunt gezien kan worden, erg lekker!

Vanaf oktober 2011 is er ook weer heel veel tijd gestoken in het andere manuscript dat ik nog had liggen, een psychologische roman. Sylvia heeft opnieuw geweldig geredigeerd en het is dan in november ook met een voldaan gevoel opgestuurd naar onze uitgever...afwachten nog of zij het goed genoeg vindt om uit te geven.

Natuurlijk was er méér dan het schrijven. In ben omringd met mensen waar ik veel van houd en waar het gelukkig ook heel goed mee gaat. Maar als ik daar ook nog over ga schrijven, wordt dit jaaroverzicht wel erg lang.


2012? Spannend! Ons boek ligt in mei in alle Nederlandse boekenwinkels en als het aan ons ligt, gaat er veel PR komen. Op dit moment valt niet te voorspellen of het een floppertje of een toppertje wordt, maar met de wetenschap dat het schrijven al helemaal top was, hoeft dat eigenlijk al niet het belangrijkste te zijn. 2012 wordt in ieder geval het jaar waarin ons boek daadwerkelijk verkocht gaat worden en dat is al geweldig!

27 december 2011

Een shitblogje

Vanmorgen liep ik, goedgemutst, over de stoep. Bijna tien graden, wat een verschil met de besneeuwde decembermaand van 2010. Ik keek naar het grijze wolkendek, speurde naar een glimp zonlicht.
Op dát moment gebeurde het. Ik voelde het al voordat ik het zag. Andere bodem onder een schoen,  zacht. Een heel licht uitglijden. In slow-motion bewoog ik mijn gezicht naar mijn laars. Door langzaam te bewegen, probeerde ik de waarheid nog even te ontkennen. Maar toen mijn blik eenmaal beneden was, was er geen twijfel meer mogelijk. Een ondefineerbare kleur bruin (misschien is poepbruin de beste omschrijving) piepte aan beide zijkanten onder mijn rechterlaars uit. Ik vloekte een keer hardop waardoor een fietser geschrokken omkeek.

Na bijna vijftig jaar voetgangerschap ken ik het hele proces van: gatverdamme-niet-gezien-ik-stap-in-een-drol tot en met het de gedachte: zo-kan-ik-hem-wel-weer-aan-je-ruikt-er-bijna-niets-meer-aan (geloof me: je blijft het altijd wel een beetje ruiken!) uit mijn hoofd. En omdat ik ervan uitga dat iedere voetganger vroeg of laat wel eens met het fenomeen OHPOV (Ongewenste Honden Poep Op Voetpad) te maken krijgt, beschrijf ik in deze blog niet alleen hoe je AAN poep aan je schoen komt, maar hoe ook je er van AF komt.
Mijn ervaring met het fenomeen OHPOV voorkomt inmiddels dat ik als een dwaas met een doekje ga wrijven aan de zool. Niet doen mensen, is echt de slechtste aanpak! Door het wrijven verspreidt je enkel de geur en is de kans dat je de getroffen schoen ook nog onderkotst alleen maar groter. De beste aanpak is: het getroffen schoeisel buiten uittrekken. Dan een plastic bak pakken, bij voorkeur een bak die je niet tevens gebruikt voor de bereiding van voedsel. Bodempje heet water erin, schoen toevoegen. De zool moet in het water staan, niet de hele schoen!
Dan komt het op geduld aan. Laat het water zijn werk doen. Controleer tussendoor. Eén hand is nodig om je neus dicht te houden, met de andere til je het slachtoffer uit het water en kijk je of er nog 'wat' tussen de richels zit. Mocht dat zo zijn, wat bij mij altijd zo is (ik let blijkbaar nog steeds niet op hondenpoepbestendigheid bij het uitzoeken van schoenen), dan is grover geschut nodig. Opnieuw laten weken heeft geen enkele zin, een tandenborstel is in deze fase het beste gereedschap. Hierbij zijn ook weer enkele handige tips te geven. 1: gebruik niet je eigen tandenborstel  2:gebruik bij voorkeur een tandenborstel die ook door niemand uit je gezin gebruikt wordt 3: gooi de borstel na het borstelen van de zool weg om vergissingen te voorkomen (dat je de borstel aanbiedt aan een onverwachte logee ...). Trek wegwerphandschoenen aan en beweeg de borstel over de zool. Zitten je kleren daarna onder, dan heb je de borstel TE nat gemaakt. Maar gebruik je de borstel goed, dan sta je versteld van het resultaat.
Schoongeborsteld kunnen de zolen nu nog eenmaal in een badje water gezet worden, ditmaal met een geurtje. Badedas is heerlijk overheersend. Mensen gaan je vervolgens complimenteren met die heerlijk frisse geur en alleen jijzelf zult weten welk hondenwerkje hieraan vooraf ging...