17 april 2025

Geef mij maar pijn! (Gepubliceerd op metronieuws.nl)

Iemand heeft me vast schurft toegewenst. Ik heb overal jeuk. Bij jeuk moet je niet krabben. Niet krabben bij jeuk is echter een soort roze olifantje. Bovendien helpt krabben wél, want als je lang genoeg krabt, gaat de huid open en pijn doen.

En pijn is minder erg dan jeuk, dat weet iedereen.  Een paar dagen later ziet mijn huid er enorm veroorlogd uit. Ik bedenk wat de oorzaak kan zijn. Ik heb deze keer géén bramentakken uit de heg gehaald. Iets verkeerds gegeten? Geen idee! 

Overdag lukt het me redelijk om niet te krabben. 's Nachts is het een ander verhaal. Ik heb het gevoel dat mijn beddengoed vol ongedierte zit. Ik heb jeuk op plaatsen waarvan ik niet eens wist dat ik ze had. Ik kan er soms maar nét bij om te krabben. En ik kan er dan niet bij om een pleister te plakken, ook zo irritant. 
Ik zoek dokter Google op mijn mobieltje en lees allerlei mogelijke oorzaken. Schurftmijten. Haha, dus ongedierte zou inderdaad kunnen. Een schimmelinfectie. Te warme kleding. Ander wasmiddel. Diabetes. Eikenprocessierups. Stress. Tips zijn er ook. Niet krabben is natuurlijk de belangrijkste. Er schijnen zelfs speciale handschoenen bij de apotheek te koop die je moet dragen in bed. Daarmee kun je onmogelijk krabben. Nou, ik weet zeker dat ik die héél gauw uitdoe als ik van de jeuk wakker word! Verder moet je niet te heet douchen. Denk je dat je klachten door stress zijn ontstaan? Dan moet je zorgen dat je goed slaapt. Soms zijn ze zó grappig, die adviezen. Wie slaapt er nou goed bij stress?? 
Na een week zelfkastijding ga ik toch maar even naar de huisarts. 'Wat kan ik voor je betekenen? O, ik zie het al, wat heb jij veel uitslag! Je zult wel flink jeuk hebben.' Daarna vraagt ze alles wat ze volgens het protocol bij jeuk (had ik al gelezen op internet, dat er zo'n protocol is) moet vragen. Dan inspecteert ze mijn huid. Het is inmiddels een interessant landschap met rode plekjes, bultjes, krassen, korstjes en littekens. 
'Hoelang geleden is er bloed geprikt bij je.' Ik denk even na. 'Een maand of vijf.'  
'Dan stuur ik je toch even door naar het ziekenhuis voor wat bloedonderzoek. Die kleine paarse puntjes zijn puntbloedinkjes. Dat kan op een verminderde nierfunctie wijzen. Bel maandag maar even voor de uitslag.' 
Tien minuten later zit ik weer op mijn fiets, richting bloedlaboratorium. Mijn gedachten gaan terug naar vijf jaar geleden. Even naar het ziekenhuis en met een heel foute diagnose naar huis.  
Ik krijg heel erg veel stress van mijn bezoek aan mijn dokter, iets waarbij ik bij dokter Google totaal geen last van had. 
Ik krab nerveus aan mijn enkel die ineens enorm veel aandacht opeist. Luid toeterend stopt er, nét op tijd, een auto voor mijn neus. De mannelijke bestuurder heeft een vuurrode kop. Ik zou hem kunnen vragen of hij ergens last van heeft, maar ik weet het antwoord al.  
Hij heeft last van mij, net als ik. 

20 februari 2025

Meerijders (gepubliceerd op de columnist.net)

Niks is erger dan een ‘bijrijder’ die, terwijl JIJ achter het stuur zit, continu aanwijzingen geeft. Met opmerkingen als: ‘Kijk uit! Ben je blind of zo?’ is het autoklimaat binnen enkele minuten een graad of 5. Oók in de zomer.

Ik had ooit zo’n bijrijder die echt op álles wat ik achter het stuur deed, commentaar gaf. ‘Had je die voetganger wel gezien? Als je zo op het gaspedaal blijft hengsten, is de benzinetank zo leeg en ik word trouwens misselijk als je zo hard optrekt!’

Ik word misselijk van zoveel commentaar. Dacht ik dan, want dit soort gedachten uitspreken was meestal niet bevorderlijk voor de sfeer in de auto.

‘Waren de spoorbomen wel helemaal open? Je moet altijd wachten totdat ze …’

Herkenbaar? Hoog tijd om dan inderdaad ECHT even te stoppen en de passagier ter plekke uit te laten stappen en vaarwel toe te roepen. Wel even opletten of er inderdaad niet nog een trein aankomt, want geloof me, zo’n afscheid wil je ook weer niet, al weet je dan wel zeker dat je definitief van het gezeik af bent.

Gelukkig heb ik sinds een paar maanden een veel prettigere meerijder, S. S. let óók op hoe ik rijd. Wanneer ik ineens veel minder ga knipperen met mijn ogen en/of als de auto minder goed tussen de lijnen rijdt, dan attendeert hij mij hier heel vriendelijk op.

En mocht mijn rijgedrag dan nog niet verbeteren, dan zet-ie de auto veilig langs de kant totdat ik weer wakker ben. ‘Ja schat, ik zag dat je tegen de slaap vocht en heb onze auto even geparkeerd.’ Nou ja, S. spreekt dit niet direct zo uit, maar hij bedoelt dit wel te zeggen, dat weet ik zeker.

S. Is super attent. Als ik uit wil stappen terwijl er een mens, portier-hoog-dier of voertuig wil passeren, drukt hij op de denkbeeldige ‘sluit- voorportieren-knopje.’ Hij zucht niet als ik iedere P-plaats langs de weg als onmogelijk inschat, maar zoekt zelf actief naar een passend plekje én zet de auto desgevraagd zelf in dat vak! Zonder denigrerende opmerkingen met de termen ‘vrouwen’ en ‘parkeren’ erin te maken!

Ook bij bijvoorbeeld het filerijden is S. mijn favoriete reisgenoot. Hij houdt voor me in de gaten of ik de rijsnelheid goed aanpas aan de rij auto’s voor me. Zo nodig remt hij af, omdat-ie weet dat niemand blij wordt van een botsing.

Ik ben inmiddels zo verliefd op S., de spraakassistent van onze nieuwe elektrische auto, dat ik aan het onderzoeken ben of hij in huis voor me wil komen werken. Zodat hij kan zorgen dat ik geen traptreden meer mis, niet meer struikel over de hond, altijd ovenwanten pak voordat ik de ovenschotel uit de oven haal, niet met de frietpan nog aan op de bank in slaap val.

Voorlopig heb ik hem nog niet zo ver kunnen krijgen dat hij op deze vacature wil solliciteren. En ach, zolang ik achter het stuur in mijn auto zit, ben ik prima beschermd!

4 februari 2025

Goede voornemens (gepubliceerd op metronieuws.nl)

Ook dit jaar hebben heel veel mensen weer goede voornemens gemaakt. Bijvoorbeeld om te stoppen met roken. Ik durf echter te wedden dat 90% van die nicotine-verslaafden op 1 februari al láng weer vrolijk zijn steuntje (of beter gezegd peukje) bijdraagt aan de klimaatcrisis!


Bij de mensen die het plan hadden minder, minder vet of minder zoet te eten, zal het resultaat niet veel beter zijn. Het valt natuurlijk ook niet mee om begin januari al die verleidingen te moeten weerstaan nadat het minstens een week een schransfeest is geweest. Er zijn nog oliebollen over, en al zien de kaasblokjes er inmiddels minder appetijtelijk uit, ze moeten toch op. Een maand na de goede voornemens is het gros van de 'afvalgroep' vergeten dat de koel- en koekkast ook best een paar uur dicht mag blijven. 

Goede voornemens zijn trouwens zelden origineel, is je dat al eens opgevallen? Wanneer hoor je bijvoorbeeld iemand zeggen dat-ie nu écht gaat stoppen met zijn vrouw molesteren? Of dat-ie wel klaar is met fietsen met het mobieltje in de hand? Ik vraag me trouwens dikwijls af wat ze al fietsend eigenlijk doen. Tik-Tok filmpjes bekijken over wat er kan gebeuren als je je met een mobieltje onder je neus in het verkeer begeeft? Of appen ze ermee naar vrienden dat ze nu aan het appen zijn op de fiets? Ik snap het nut er echt niet van, maar ik dwaal af. O ja. Dáár kun je je mobieltje natuurlijk wel voor gebruiken op de fiets, voor je de weg wijzen zodat je niet afdwaalt. 

Ikzelf durf met trots te schrijven dat ik mijn goede voornemens eigenlijk altijd wel volhoud. Zo nam ik een tijd geleden een drastisch besluit en nu, ruim vijf jaar later, handel ik er nog altijd naar! Wekelijks krijg ik het resultaat van mijn doorzettingsvermogen en geloof me, dát motiveert het meest! Het helpt me ook dat mensen vragen stellen waarin enige bewondering doorklinkt. 'Elke week??? Ben je dan niet heel veel tijd kwijt met de voorbereiding?' 'Nee', antwoord ik dan, 'steeds minder eigenlijk'! 'Vind je het niet moeilijk om het aan een ander over te laten?" 'Ehm, dat heb ik wel een beetje moeten leren inderdaad, maar loslaten is heerlijk!?" 

Kortom, als IK het kan, moet het toch meer mensen lukken om haalbare doelen te stellen? En of je, net als ik, het goede voornemen maakt om de wekelijkse boodschappen thuis te laten bezorgen of dat je een nóg belangrijker doel kiest, hou vol, je kunt het!

27 januari 2025

Keuzestress! (gepubliceerd als column van de week door metronieuws)

'Heb je er veel last van?' De vraagsteller lacht er lief bij, zodat ik er van uit ga dat ieder antwoord goed is. Ik aarzel even. 'Last is misschien een groot woord. Ik vind het vooral niet fijn dat ik mijn onderste snijtanden niet goed schoon kan houden doordat ze zo scheef staan.' 'Precies,' kopt mondhygiëniste P. in. 'Dat ís ook vrijwel onmogelijk in jouw geval. De uiteraard-gaaf-gebekte-mondhygiëniste vervolgt: 'Maar met een beugel kun je de tanden alsnog recht krijgen en dan zijn ze veel beter te verzorgen. Je hebt tegenwoordig plastic bitjes die je nauwelijks ziet zitten. Die worden over de eigen tanden heen geschoven en doen helemaal geen pijn. Iedere twee weken krijg je dan een nieuw bitje in een iets andere maat...Overleg maar eens met de tandarts.' 
 
Ik ben mentaal al afgehaakt bij de eerste keer dat ze over een bitje begon. Als studente moest ik namelijk iedere nacht een plastic bitje over mijn tanden schuiven omdat ik mijn huisgenoten anders wakker hield met mijn getandenknars. Ik heb echt héél veel werk met dat bitje gehad omdat ik het iedere morgen weer moest zoeken. Dán lag het tussen mijn kussen en sloop, een andere keer in de hoek met het meeste stof, dan weer onder mijn bed. Blijkbaar houdt mijn mond niet zo van bitjes. 
Ik zeg laf dat ik over haar voorstel na ga denken.  
 
Terwijl P. haar mondhygiënische handelingen voortzet, bedenk ik dat het niet de tandarts is waarmee ik wil overleggen. Ik ga liever het gesprek met mijn hematoloog aan. Ik snap inmiddels echt wel wat de voordelen zijn van rechte snijtanden, maar wil vooral weten of de kosten opwegen tegen de baten. Van haar hoor ik graag of ze denkt dat het nog zin heeft om duizenden euro's (denkbeeldig) in mijn mond te stoppen. Harde uitspraken heb ik nodig. Hoelang verwacht ze dat ik nog leef? Voor twee jaar ga ik echt geen duizenden euro's uitgeven en voor vijf jaar ook niet. Maar als ze verwacht dat ik langer leef, dan wil ik het misschien toch overwegen. En dan moet ik natuurlijk geen jaren wachten totdat ik er mee start. Keuzestress! 
 
De behandeling is inmiddels klaar. Door het polijsten voelt alles weer heerlijk glad aan. Ik werp nog even een blik in de spiegel en zie hoe mijn tanden weer stralen. Maar wat is het jammer dat de ondertanden schever dan ooit lijken te staan! 

 Ik ben mentaal al afgehaakt bij de eerste keer dat ze over een bitje begon. Als studente moest ik namelijk iedere nacht een plastic bitje over mijn tanden schuiven omdat ik mijn huisgenoten anders wakker hield met mijn getandenknars. Ik heb echt héél veel werk met dat bitje gehad omdat ik het iedere morgen weer moest zoeken. Dán lag het tussen mijn kussen en sloop, een andere keer in de hoek met het meeste stof, dan weer onder mijn bed. Blijkbaar houdt mijn mond niet zo van bitjes. 
Ik zeg laf dat ik over haar voorstel na ga denken.  
 
Terwijl P. haar mondhygiënische handelingen voortzet, bedenk ik dat het niet de tandarts is waarmee ik wil overleggen. Ik ga liever het gesprek met mijn hematoloog aan. Ik snap inmiddels echt wel wat de voordelen zijn van rechte snijtanden, maar wil vooral weten of de kosten opwegen tegen de baten. Van haar hoor ik graag of ze denkt dat het nog zin heeft om duizenden euro's (denkbeeldig) in mijn mond te stoppen. Harde uitspraken heb ik nodig. Hoelang verwacht ze dat ik nog leef? Voor twee jaar ga ik echt geen duizenden euro's uitgeven en voor vijf jaar ook niet. Maar als ze verwacht dat ik langer leef, dan wil ik het misschien toch overwegen. En dan moet ik natuurlijk geen jaren wachten totdat ik er mee start. Keuzestress! 
 
De behandeling is inmiddels klaar. Door het polijsten voelt alles weer heerlijk glad aan. Ik werp nog even een blik in de spiegel en zie hoe mijn tanden weer stralen. Maar wat is het jammer dat de ondertanden schever dan ooit lijken te staan! 

12 september 2024

We kunnen niet alles bezorgen (Gepubliceerd op metronieuws.nl)

(gepubliceerd op metronieuws.nl op 31 augustus 2024)

Wat is het heerlijk dat ik tegenwoordig niet meer al mijn boodschappen zelf hoef te doen! Elke dinsdag bezorgt de Jumbo, meestal zélfs op het aangegeven tijdstip, de wekelijkse bulk die ik online bestel. Wat me echter helemaal niet bevalt, is dat er regelmatig zwaar favoriete producten verdwijnen uit het aanbod. Om het wat minder dramatisch te laten lijken, krijg ik dan 'niet online te bestellen' in beeld. Alsof het in de winkels nog wel in de schappen ligt! Maar nóg vervelender is het als ik pas op de dag van bezorging een mailtje krijg dat artikelen niet geleverd kunnen worden. 


De afgelopen week was het weer zover. We hadden dringend nieuwe babywattenstaafjes nodig. Voor wie zelf geen baby heeft (gehad) en zich zijn eigen babytijd niet meer herinnert: babywattenstaafjes zijn wattenstaafjes zoals iedereen ze wel kent, maar dan met een dikke, harde bobbel aan het uiteinde. Die bobbel is ongetwijfeld bedacht om te voorkomen dat het wattenstaafje bij een beweeglijke baby verder komt dan het oortje. Ze zijn van karton en lossen vanzelf op, maar het zal toch niet de bedoeling zijn dat ze bij een onverhoedse beweging het lichaam gaan verkennen. 
 
Maar goed, dinsdag kregen we dus de droeve tijding dat de babywattenstaafjes niet geleverd konden worden. De Jumbo komt in een dergelijke situatie bijna altijd met een vervangend artikel op de proppen. In dit geval zijn vochtige toetendoekjes aan onze bestelling toegevoegd. Ik moet twee keer kijken voordat ik het geloof. Ik vraag me af hoe het traject van 'iets niet kunnen vinden' tot 'een alternatief aanbieden', deze keer in hemelsnaam is verlopen. Wie vult mijn kar eigenlijk? Gaat die persoon bellen met de familie van Eerd als iets niet voorradig is? In dit geval, hoe denkt de familie van Eerd dat ik met vochtige toetendoekjes een babyoortje reinig? Het hele doekje erin wurmen en dan eruit trekken? Nee, de familie van Eerd heeft zelf ook kinderen, dit kunnen zij nooit verzonnen hebben! 
Waarschijnlijk ligt de verantwoordelijkheid in een dergelijke crisissituatie bij degene die mijn kratten vol moet laden. Hij of zij heeft gewoon het eerste product gepakt wat zich naast het lege schap bevond, juist ... de vochtige toetendoekjes. Maar het had dus waarschijnlijk net zo goed een zakje baby-maisvingers kunnen zijn. En daarmee was het beslist nog lastiger geweest de oortjes te reinigen!

14 augustus 2024

Wel blijven genieten hoor! (Gepubliceerd op Metronieuws.nl)

'Ik schat nog een maand of drie.' Ik heb me vaak afgevraagd hoe je verder leeft nadat je je uiterste houdbaarheidsdatum (UHD)te horen hebt gekregen. En nee, IK heb die mededeling gelukkig nog niet ontvangen. Ik heb, sinds ik kanker heb, echter wel regelmatig aan dit onderwerp gedacht.  

 Met het einde voor ogen zou je vooral veel moeten genieten, lees ik vaak. Maar kun je nog genieten als de begrafenisondernemer je uitvaart bij wijze van spreken al met potlood in de agenda heeft gezet? Bij kanker heb je op zo'n moment vaak al heel veel zware behandelingen achter de rug die fysiek zeker schade zullen hebben berokkend. Mentaal zal het ongetwijfeld ook al zwaar zijn geweest. Hoe lastig is het om je dierbaren straks los te moeten laten?

De woonkamer is je wereld geworden, met het door de thuiszorg bezorgde bed als blikvanger. Als je niet incontinent bent geworden van je ziekte, de behandelingen of ouderdom, haal je het toilet misschien ook nog. Wie laat je nog toe in die kleine wereld? En hoe? Eén voor éen? Of met een soort van gender-reveal, waarbij niet het geslacht van de baby bij het aansnijden van de taart onthuld wordt, maar de vermoedelijke sterfdatum? Misschien leuk om daar een soort wed-app bij te maken: wie raadt de exacte sterfdatum? De winnaar mag als eerste kiezen uit de erfenis. De uitslag volgt uiteraard pas later. 
 
Naast verdriet biedt zo'n duidelijke UHD natuurlijk ook kansen. Ik zou, als ik wist dat het einde nabij was, bijvoorbeeld heel veel dingen NOOIT meer doen. Opendoen voor collectanten. Halfjaarlijkse controles bij de tandarts. Uitstrijkjes. BorstkankerbusVoor de gezelligheid meekijken naar voetbalwedstrijken. In de tuin werken. Ruzie maken. Ruzie oplossen. Gezond eten terwijl dat toch niets meer uithaalt (waarschijnlijk eet ik dan alleen nog pretzels japonica, hooguit afgewisseld met knoflookgarnalen!). 
 
Het vrijwilligerswerk bij de bieb zou ik juist zo lang mogelijk aanhouden. Liever al werkend dood neervallen dan thuis met huilende mensen om me heen inslapen. Bij voorkeur dan overigens wel tijdens het opruimen van de kast met kankerboeken. Een beetje drama-queen ben ik wel. Op mijn crematie heb ik trouwens ook liever dat mensen een boek meebrengen en dan bloemen. Anders niest mijn allergische man door alle toespraken heen. Het uitgekozen boek is uiteraard NIET voor mij bestemd (ik had het over het crematorium hè!), maar voor hem of onze kinderen. Want hoewel zij dan ongetwijfeld óók een zware tijd achter de rug hebben, weet ik zeker dat een goed boek hen dan even de juiste afleiding geeft en dat ze er misschien zelfs wel van kunnen genieten.