27 januari 2025

Keuzestress! (Gepubliceerd als column van de week door metronieuws)

'Heb je er veel last van?' 
De vraagsteller lacht er lief bij, zodat ik er van uit ga dat ieder antwoord goed is. Ik aarzel even. 'Last is misschien een groot woord. Ik vind het vooral niet fijn dat ik mijn onderste snijstanden niet goed schoon kan houden doordat ze zo scheef staan.' 'Precies,' kopt mondhygiëniste P. in. 'Dat ís ook vrijwel onmogelijk in jouw geval. De uiteraard-gaaf-gebekte-mondhygiëniste vervolgt: 'Maar met een beugel kun je de tanden alsnog recht krijgen en dan zijn ze veel beter te verzorgen. Je hebt tegenwoordig plastic bitjes die je nauwelijks ziet zitten. Die worden over de eigen tanden heen geschoven en doen helemaal geen pijn. Iedere twee weken krijg je dan een nieuw bitje in een iets andere maat...Overleg maar eens met de tandarts.' 
 
Ik ben mentaal al afgehaakt bij de eerste keer dat ze over een bitje begon. Als studente moest ik namelijk iedere nacht een plastic bitje over mijn tanden schuiven omdat ik mijn huisgenoten anders wakker hield met mijn getandenknars. Ik heb echt héél veel werk met dat bitje gehad omdat ik het iedere morgen weer moest zoeken. Dán lag het tussen mijn kussen en sloop, een andere keer in de hoek met het meeste stof, dan weer onder mijn bed. Blijkbaar houdt mijn mond niet zo van bitjes. 
Ik zeg laf dat ik over haar voorstel na ga denken.  
 
Terwijl P. haar mondhygiënische handelingen voortzet, bedenk ik dat het niet de tandarts is waarmee ik wil overleggen. Ik ga liever het gesprek met mijn hematoloog aan. Ik snap inmiddels echt wel wat de voordelen zijn van rechte snijtanden, maar wil vooral weten of de kosten opwegen tegen de baten. Van haar hoor ik graag of ze denkt dat het nog zin heeft om duizenden euro's (denkbeeldig) in mijn mond te stoppen. Harde uitspraken heb ik nodig. Hoelang verwacht ze dat ik nog leef? Voor twee jaar ga ik echt geen duizenden euro's uitgeven en voor vijf jaar ook niet. Maar als ze verwacht dat ik langer leef, dan wil ik het misschien toch overwegen. En dan moet ik natuurlijk geen jaren wachten totdat ik er mee start. Keuzestress! 
 
De behandeling is inmiddels klaar. Door het polijsten voelt alles weer heerlijk glad aan. Ik werp nog even een blik in de spiegel en zie hoe mijn tanden weer stralen. Maar wat is het jammer dat de ondertanden schever dan ooit lijken te staan! 

12 september 2024

We kunnen niet alles bezorgen (Gepubliceerd op metronieuws.nl)

(Gepubliceerd op metronieuws.nl op 31 augustus 2024)

Wat is het heerlijk dat ik tegenwoordig niet meer al mijn boodschappen zelf hoef te doen! Elke dinsdag bezorgt de Jumbo, meestal zélfs op het aangegeven tijdstip, de wekelijkse bulk die ik online bestel. Wat me echter helemaal niet bevalt, is dat er regelmatig zwaar favoriete producten verdwijnen uit het aanbod. Om het wat minder dramatisch te laten lijken, krijg ik dan 'niet online te bestellen' in beeld. Alsof het in de winkels nog wel in de schappen ligt! Maar nóg vervelender is het als ik pas op de dag van bezorging een mailtje krijg dat artikelen niet geleverd kunnen worden. 


De afgelopen week was het weer zover. We hadden dringend nieuwe babywattenstaafjes nodig. Voor wie zelf geen baby heeft (gehad) en zich zijn eigen babytijd niet meer herinnert: babywattenstaafjes zijn wattenstaafjes zoals iedereen ze wel kent, maar dan met een dikke, harde bobbel aan het uiteinde. Die bobbel is ongetwijfeld bedacht om te voorkomen dat het wattenstaafje bij een beweeglijke baby verder komt dan het oortje. Ze zijn van karton en lossen vanzelf op, maar het zal toch niet de bedoeling zijn dat ze bij een onverhoedse beweging het lichaam gaan verkennen. 
 
Maar goed, dinsdag kregen we dus de droeve tijding dat de babywattenstaafjes niet geleverd konden worden. De Jumbo komt in een dergelijke situatie bijna altijd met een vervangend artikel op de proppen. In dit geval zijn vochtige toetendoekjes aan onze bestelling toegevoegd. Ik moet twee keer kijken voordat ik het geloof. Ik vraag me af hoe het traject van 'iets niet kunnen vinden' tot 'een alternatief aanbieden', deze keer in hemelsnaam is verlopen. Wie vult mijn kar eigenlijk? Gaat die persoon bellen met de familie van Eerd als iets niet voorradig is? In dit geval, hoe denkt de familie van Eerd dat ik met vochtige toetendoekjes een babyoortje reinig? Het hele doekje erin wurmen en dan eruit trekken? Nee, de familie van Eerd heeft zelf ook kinderen, dit kunnen zij nooit verzonnen hebben! 
Waarschijnlijk ligt de verantwoordelijkheid in een dergelijke crisissituatie bij degene die mijn kratten vol moet laden. Hij of zij heeft gewoon het eerste product gepakt wat zich naast het lege schap bevond, juist ... de vochtige toetendoekjes. Maar het had dus waarschijnlijk net zo goed een zakje baby-maisvingers kunnen zijn. En daarmee was het beslist nog lastiger geweest de oortjes te reinigen!

14 augustus 2024

Wel blijven genieten hoor! (Gepubliceerd op Metronieuws.nl)


'Ik schat nog een maand of drie.' Ik heb me vaak afgevraagd hoe je verder leeft nadat je je uiterste houdbaarheidsdatum (UHD)te horen hebt gekregen. En nee, IK heb die mededeling gelukkig nog niet ontvangen. Ik heb, sinds ik kanker heb, echter wel regelmatig aan dit onderwerp gedacht.  
 
Met het einde voor ogen zou je vooral veel moeten genieten, lees ik vaak. Maar kun je nog genieten als de begrafenisondernemer je uitvaart bij wijze van spreken al met potlood in de agenda heeft gezet? Bij kanker heb je op zo'n moment vaak al heel veel zware behandelingen achter de rug die fysiek zeker schade zullen hebben berokkend. Mentaal zal het ongetwijfeld ook al zwaar zijn geweest. Hoe lastig is het om je dierbaren straks los te moeten laten?


De woonkamer is je wereld geworden, met het door de thuiszorg bezorgde bed als blikvanger. Als je niet incontinent bent geworden van je ziekte, de behandelingen of ouderdom, haal je het toilet misschien ook nog. Wie laat je nog toe in die kleine wereld? En hoe? Eén voor éen? Of met een soort van gender-reveal, waarbij niet het geslacht van de baby bij het aansnijden van de taart onthuld wordt, maar de vermoedelijke sterfdatum? Misschien leuk om daar een soort wed-app bij te maken: wie raadt de exacte sterfdatum? De winnaar mag als eerste kiezen uit de erfenis. De uitslag volgt uiteraard pas later. 
 
Naast verdriet biedt zo'n duidelijke UHD natuurlijk ook kansen. Ik zou, als ik wist dat het einde nabij was, bijvoorbeeld heel veel dingen NOOIT meer doen. Opendoen voor collectanten. Halfjaarlijkse controles bij de tandarts. Uitstrijkjes. BorstkankerbusVoor de gezelligheid meekijken naar voetbalwedstrijken. In de tuin werken. Ruzie maken. Ruzie oplossen. Gezond eten terwijl dat toch niets meer uithaalt (waarschijnlijk eet ik dan alleen nog pretzels japonica, hooguit afgewisseld met knoflookgarnalen!). 
 
Het vrijwilligerswerk bij de bieb zou ik juist zo lang mogelijk aanhouden. Liever al werkend dood neervallen dan thuis met huilende mensen om me heen inslapen. Bij voorkeur dan overigens wel tijdens het opruimen van de kast met kankerboeken. Een beetje drama-queen ben ik wel. Op mijn crematie heb ik trouwens ook liever dat mensen een boek meebrengen en dan bloemen. Anders niest mijn allergische man door alle toespraken heen. Het uitgekozen boek is uiteraard NIET voor mij bestemd (ik had het over het crematorium hè!), maar voor hem of onze kinderen. Want hoewel zij dan ongetwijfeld óók een zware tijd achter de rug hebben, weet ik zeker dat een goed boek hen dan even de juiste afleiding geeft en dat ze er misschien zelfs wel van kunnen genieten. 

5 augustus 2024

Piep-piep-piep (Gepubliceerd op metronieuws.nl)



Piep-piep-piep
 (geplaatst op Metronieuws.nl 2 augustus 2024)
 
 
Ik kook op inductie. Hiervoor heb je een inductiekookplaat nodig. Zo'n plaat bevat veel elektronica. Je moet er speciale, (dure) pannen voor aanschaffen, met een magnetische bodem.
 
Andere nadelen van inductiekookplaten? Als je er iets zwaars op laat vallen op, dan heb je zo een flinke barst te pakken. Ik ben heel erg goed in dingen laten vallen. Een ongeluk zit in een klein (keuken)hoekje! Kookt er iets over? Dan moet je van de staalsponsjes afblijven. Gebruik je ze wél dan oogt het glazen oppervlak daarna alsof het bewerkt is door een graffitikunstenaar. 
 
Zijn er ook voordelen aan het inductie koken? Ja hoor! Als je knoeit, dan kun je het geknoeide er zó afvegen. De plaat ziet er dan ook meestal uit om door een ringetje te halen, iets wat je van het ouderwetse gasfornuis niet kunt zeggen. Of je moet dagelijks als een staalsponsjesfetisjist op de pitten losgaan. 
Met onze inductiekookplaat was ik dan ook heel blij totdat... ik afgelopen zaterdag tijdens het koken ineens een doordringende piep hoorde. Waarna 'F4' op alle vier de kooppunten begon te knipperen. De spaghetti lag bijna direct bewusteloos in het al niet meer kokende water. Ik riep (de eigen technische skills kennende) mijn man die optimistisch naar de meterkast liep. 'Even de stroom eraf en erop en dan zal-ie het wel weer doen.' Niet dus! 
 
Ik googelde 'kapotte inductiekookplaat' en vond een verhaal over zekeringen. Oké, waarschijnlijk een garantieverhaal dus. De bon was zo gevonden, maar verdorie, we hebben hem alweer zes jaar! Omdat we inmiddels al méér platen kapot hebben gehad, weten we ook dat repareren duur is. Als een monteur bij je huis gearriveerd is, mag je al 75 euro dokken! En dan heeft-ie nog nergens aangezeten! Aangezien alle pitten foutmeldingen geven, kunnen we beter nóg iets meer uitgeven en een nieuwe kopen. Uitkiezen is zo gebeurd. Ik wil er zo min mogelijk elektronica op en je snapt waarom. Winkelwagentje. Besteld. Mét monteur, want je mag een inductiekookplaat niet zelf aansluiten.  
 
De volgende morgen zetten we de kapotte plaat nog een keer aan. Verrek, hij doet het weer! NIKS FOUTMELDING! Bij mij komt de stoom uit de oren van verontwaardiging. Gelukkig zijn we het erover eens dat we vandaag toch de nieuwe laten komen. Want als-ie het één dag spontaan niet meer doet, is het gedaan met ons vertrouwen. 
Later op de morgen geeft de plaat weer een foutmelding Pff, gelukkig. En een uur later stuurt mijn man me een appje van de aanwinst. Ik kan niet wachten om de kookplaat in het echt te zien. Nu maar hopen dat ik hem ook durf te gaan gebruiken. 

 

19 juni 2024

Uitgestreken! (gepubliceerd op de columnist.net)

foto eendenbek
Als 60-jarige krijg ik weer feestelijke post van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Of ik weer een uitstrijkje wil laten maken. Ik haat uitstrijkjes láten maken, dus kies voor het alternatief ‘zelftest.’ Die lijkt qua uitvoering op een coronatest al stop je het wattenstaafje hierbij niet in je neus. Helaas blijkt een paar weken later uit deze zelftest dat ik HPV heb. Aangezien dat heel soms in baarmoederhalskanker ontaardt en ik geen zin heb in twee kankers, moet er alsnog een uitstrijkje door de huisarts gedaan worden. Zucht.

Gedwee kleed ik me op de afgesproken datum en tijd uit voor een wat gehaast ogende assistente. Ik ga liggen terwijl zij wat rommelt bij het keukenblokje en even later naar me toe komt.

‘Nu moet u even goed ontspannen, dan kan ik de eendenbek inbrengen.’ Als ik MOET ontspannen, is dat voor mijn spieren blijkbaar een signaal dat ze zich flink aan moeten spannen, ook nu weer.

‘Ja, zo krijg ik de eendenbek er niet in’, hoor ik. Ik vraag heel naïef of het niet zónder dat ding kan.

De assistente antwoordt non-verbaal door met veel geweld een koud gevaarte in mijn vagina te duwen. De tranen rollen over mijn wangen, maar ja, het ergste heb ik gehad. Denk ik. Onterecht.

Ze gaat nu wat cellen uit mijn baarmoederslijmvlies halen. Dat stond trouwens keurig in de folder die ik vooraf heb gelezen, maar ik was het vergeten of had het verdrongen. Het voelt echter meer alsof ze mijn hele baarmoederslijmvlies weg wil borstelen! ‘Ahhh, dit doet ećht pijn’, jammer ik.

Wanneer ik even later naar huis fiets, vraag ik me af of er een meldpunt is voor verkrachting door een eendenbek. Zo niet, dan wordt het hoog tijd!

Gelukkig krijg ik twee weken later goed nieuws, er zijn geen afwijkende cellen gevonden. In dezelfde brief staat ook slecht nieuws, ik moet het uitstrijkje over een half jaar nog één keer laten herhalen.

Doodnerveus meld ik me op de afgesproken dag en tijd bij de balie. Helaas moet ik best lang op mijn beurt wachten waardoor ik onbewust het filmpje van het vorige uitstrijkje steeds afspeel. Dat helpt niet om me te ontspannen. De verhalen van de medepatiënten ook niet. Tjonge, ik ben blij dat ik alleen maar kanker heb, denk ik bij de klaagzang van sommigen.

Dan wordt mijn naam geroepen. Gelukkig is het een andere assistente dan een half jaar geleden. Ik vertel haar direct tijdens het uitkleden dat een uitstrijkje maken bij mij Heel Erg Lastig is. Dat het de vorige keer echt een ramp was, vooral voor mij dan.

‘O, in dat geval pak ik de kleinere eendenbek’, zegt de assistente meelevend. Ze laat hem zien. Het is inderdaad een prachtig klein maatje. Uitgebreid warmt ze hem op onder de kraan en dan gaat er een handvol glijmiddel overheen. ‘Ben je er klaar voor?’ Ik knik, neem een flinke ademteug en verrek, meneer of mevrouw eend zit er al in, nou ja, zijn bek dan!

Het vervolgens wegnemen van wat slijmvlies is gevoelig, maar te hebben.

Even later zit ik fluitend op mijn fiets. Als er weer geen foute cellen te zien zijn in het lab, hoef ik niet meer terug. Lekker uitgestreken!

27 mei 2024

Een mens lijdt het meest... (gepubliceerd op decolumnist.net)

Ik ben superblij met mijn nieuwe e-bike én tegelijkertijd panisch dat-ie gestolen wordt. Dat komt natuurlijk niet helemaal uit de lucht vallen, in Nederland worden er op dit moment veel meer e-bikes gestolen dan gewone fietsen.

Ik heb de tips om diefstal tegen te gaan zó vaak gelezen, dat ik zó als fietsdiefstal-voorlichter bij de ANWB kan solliciteren. Als ik thuis ben, ga ik mijn fiets afgesloten in de garage zetten. Goed idee om de garage dan ook consequent af te sluiten. Moet ik de fiets ergens parkeren, dan ga ik uiteraard het erkende ringslot gebruiken dat aan de fiets bevestigd zit. Er wordt geadviseerd eerst het ventiel van het achterwiel vlak bij het slot te plaatsen, zodat niet alleen het slot, maar ook de achterband stuk gaat áls het ze lukt dit slot open te breken. Natuurlijk heb ik ook een tweede slot gekocht. Geen slot dat in het ringslot past, want dan hoeft de crimineel maar één slot kapot te maken. Ik heb een los kettingslot aangeschaft, met 8 mm dikke schakels. Dik genoeg om als goede beveiliging te gelden, maar nog niet zo dik dat er een zwaardere accu op de fiets moet. Het schijnt veel tijd te kosten om dit slot door te knippen of slijpen. Fietsenboeven moeten nog meer stelen op een dag, dus tijd hebben ze niet. Bovendien houden ze geloof ik niet van veel aandacht tijdens hun beroepsbeoefening.
De eerste keer dat ik de fiets daadwerkelijk alleen moet laten, ben ik spuug-zenuwachtig. Belachelijk dat je (nieuwe) fiets niet mee door het poortje van de Jumbo mag! Ik vind na wat zoeken een parkeerplekje, draai het ventiel van mijn achterband netjes naar boven, zet mijn fiets op slot en pak het losse slot uit mijn fietstas. Ik bevestig het aan de fietsklem, klik het slot vast en haal het sleuteltje eruit. Zo, gepiept. Even checken voor de zekerheid. O jee, ik kan het er zo in zijn geheel vanaf draaien, hoe heb ik dat nou weer voor elkaar gekregen? Het is toch echt wel een handicap als je geen ruimtelijk inzicht hebt. En ook geen technisch inzicht trouwens. Ik kan het slot beter over één van de framebuizen plaatsen. Zo gezegd, zo gedaan. Display in het stoffen hoesje en dan kan ik eindelijk afscheid nemen en mijn boodschappen gaan halen. Mensen die zeggen dat je lui wordt van een e-bike kan ik garanderen dat ik nu al veel energie heb verbruikt!
Een kwartier later sjouw ik met de boodschappen naar buiten. Om de een of andere reden lukt het me nooit om alleen te kopen wat op mijn lijstje staat. Gelukkig heb ik twee flinke fietstassen en nog een grote stuurmand op de fiets laten monteren.
Maar waar is-ie? Ik heb extra een opvallende kleur gekozen om te voorkomen dat hij wegvalt tussen het grijze en zwarte ijzer. Ik zie hem echter nog steeds niet. Het is toch niet mogelijk dat ze in een kwartier mijn drievoudig beschermde e-bike hebben gejat?
Het huilen staat me nader dan het lachen.
Ik maan mezelf tot rust en hoor Jos in gedachten al zeggen: ‘Is niet erg schat, hij is gewoon verzekerd.’ En daarna: ‘Waar had je hem eigenlijk neergezet?’
Ineens herinner ik me weer dat ik hem om de hoek in het fietsenrek heb moeten zetten omdat mijn gebruikelijke plekje bezet was. En jawel hoor, daar staat-ie.
Nu maar hopen dat ik mijn sleuteltje kan vinden.

2 mei 2024

Ophemelen (gepubliceerd op decolumnist.net)

Tijdens een uitvaart vliegen de superlatieven je vaak om de oren.
Eigenlijk is het één grote commercial die ervoor lijkt te moeten zorgen dat de overledene een eersterangs plekje in de hemel krijgt.
Er worden flink wat tranen weggepinkt, want er is opnieuw een supermens gestorven. En altijd (veel) te vroeg!

Mocht er bij mijn heengaan nog iemand uit mijn familie- of vriendenkring kunnen en/of willen speechen, dan is het mooi als er ook wat positiefs wordt vermeld, maar het hoeft niet alleen maar positief te zijn! Ik weet zelf eerlijk gezegd meer negatieve punten van mezelf te benoemen dan positieve.

Zeg rustig dat ik ad-rem en humoristisch kon zijn, maar dat ik ook regelmatig anderen heb beledigd met mijn woorden. En dat ik dat helaas niet eens altijd zelf in de gaten had.
Vertel ook dat ik bij dammen maar één zet van mezelf vooruit kon denken, en meestal geen enkele van de tegenstander. Positief daaraan is dat anderen altijd konden winnen van me met dammen, maar dat terzijde.

Benoem dat ik a-technisch was én behept met nul ruimtelijk inzicht, waardoor elke klus die ik onderhanden nam, gedoemd was te mislukken. Dat er daardoor vaak alsnog een professional bij moest komen om de klus wél te klaren.

Geef aan dat ik zó krampachtig vasthield aan vaste tijden en patronen dat de spontaniteit bij anderen daardoor al bij voorbaat opdroogde. En dat ik ook best wel door kon drammen met hoe ik het zelf (liever) wilde.

Vertel dat ik een schijterd was die niet in een kabelbaan durfde (wiebelt, en weet je hoe vaak er een neerstort?), laat staan in een achtbaan, luchtballon of parachute. Dat ik bang was voor ieder beestje dat sneller bewoog dan ikzelf waardoor het gemakkelijker te benoemen is waar ik niet bang voor was: slakken en schildpadden.

En eigenwijs dat ik was! Het liefste leerde ik vanuit eigen ervaringen c.q. blunders en het kwartje viel vaak pas na een keer of vijf dezelfde fout! Leren uit boeken vond ik ook prima, maar dan bij voorkeur psychologische romans en niet de non-fictieboeken waaruit je natuurlijk veel meer kunt leren.

Onzeker was ik ook, waardoor mensen met een normaal zelfvertrouwen door mij al snel als arrogant of betweterig werden bestempeld. Doodzonde, want juist van die mensen had ik een hoop kunnen leren of op zijn minst imiteren!

Digitaal was ik zéér consequent, dat wil zeggen dat ik eindeloos met hetzelfde foute wachtwoord kon proberen in te loggen of steeds dezelfde fouten maakte bij het willen verbeteren van mijn blogs.

Genoeg input voor een eerlijke speech over de persoon Ilse? Je mag deze column anders ook voorlezen hoor. O shit, nou doe ik het weer, bepalen voor een ander, is ook echt een zwakke kant van me!