Onlangs kwam haar tweede boek uit: 'Openhartig'. Een autobiografie deze keer.
Bij 'Openhartig' heb ik hier echter helemaal geen last van gehad. Patricia verstaat de kunst van het relativeren door met een enorme hoeveelheid humor, soms zelfs in rauw taalgebruik, te schrijven over haar zeer slechte gezondheid. Zelfs de grootste ellende (elektroshocks bijvoorbeeld) beschrijft ze vaak nog op een manier dat je gewoon wél moet lachen, al kun je (mee)huilen om de situaties waarin haar slechte hart haar regelmatig brengt. Wat sta je er als gezond mens
toch weinig bij stil dat een ernstige ziekte zo invalideert en hoeveel moeite het kost om een zo 'normaal' mogelijk leven te leiden. Hoe vaak het voor chronische patiënten veel meer 'een leven lijden' is.
Patricia beschrijft de opnames in het ziekenhuis heel beeldend, en is er daar soms zo slecht aan toe dat je de pijn bijna zelf voelt.
Maar wat ik het állermooiste vind aan het boek, is dat Patricia in staat is om de gevoelens van haar nog jonge zoon zó te verwoorden, dat je het kind voor je ziet, en zijn pijn voelt, naast die van zijn moeder. De jongen is pas tien, maar heeft een verantwoording te dragen die sommige volwassenen nog niet aankunnen.
'Openhartig' is op de eerste plaats een juweeltje van een roman, die iedereen die van mensen houdt, zou moeten lezen.
Maar 'Openhartig' is ook indirect een oproep om jezelf te laten registreren als donor (als je dat niet al hebt gedaan). Zodat (jonge) vrouwen als Patricia, die op een 'nieuw' hart wachten, een tweede kans krijgen en hun eigen kinderen op kunnen zien groeien.
Ik kan me niet voorstellen dat de lezers er na het dichtslaan van dit 'juweeltje van een boek' er niet op zijn minst over na gaan denken...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten